Tinchant Frères

Sigaren


Meierijsche Courant 23/02/1884:
'Door de heeren Gebrs. Tinchant is te Stratum eene plek grond aangekocht waarop zij van plan zijn eene zeer groote sigarenfabriek te bouwen.'
Volgens beginnen in Eindhoven van F.J.M. van Puijenbroek: "Kort tevoren heeft het bedrijf zijn komst bij het gemeentebestuur aangekondigd en een hinderwetvergunning aangevraagd." (noot 639) Ik heb die aanvraag niet (meer?) kunnen vinden en dus ook het kadastrale nummer niet. Overigens zou het nummer in 1886-1888 met de nieuwe kadasterkaarten toch veranderen.

Nu heeft de gemeente Eindhoven vrijwel geen kadastrale gegevens bewaard en is het zoeken erg moeilijk.
Gelukkig heeft het RHC een uitgebreide index gemaakt diverse kranten. Volgens de Meierijsche Courant verwisselden 4 huizen tegenover Tinchant In augustus en in october 1890 van eigenaar.
Via een advertentie van Notaris Fens was de plek toch te vinden:
De tegenover de fabriek gebouwde huizen sectie A 1218, 1219, 1220 en 1714 staan er nog steeds.
De 'bonafide' ambtenaar, Henk, van het RHC vond de fotokopie van de kadastrale kaart van 1886 van sectie A van Stratum.
De Provinciale weg van Eindhoven naar Tongelre links, kennen wij als Tongelreschestraat. Onderin loopt de Geldropscheweg, het grote vlak A2335 en A2334 werden later A2443 toen Boelaars & zoon daar ging bouwen.
Rechts daarvan A2334 de fabriek van Tinchant met het langgerekte front naar de straat zoals met een beetje goede wil uit het briefhoofd, (de fabriek linksonder,) valt op te maken. A2040 is de halve stuiver een straat/pad dat de toegang gaf tot de fabriek.

Links een chefswoning van Boelaars midden de "halve stuiver" rechts stond in de tijd van Tinchant cafe Gambrinus.


Bron van de genealogische gegevens; begraafplaats Schoonselhof.

Einde 1869 worden de broers Louis (1824-1900) en Ernest (1839-1923) Tinchant vennoten. Deze twee werkten samen tot in 1875 broer José (1827-1899) uit Mexico in Antwerpen belande.
José is in 1859 getrouwd met Stéphanie Gonzalès.
In 1864 is hij werkzaam in de tabakshandel in Mexico.
Samen met Ernest Tinchant richt José de vennootschap “Tinchant Frères” op. Zij starten met een tiental werklieden te Antwerpen aan de Breydelstraat 11-13-15-17. In 1884 worden twee filialen gesticht: het ene in Stratum het andere in Sint-Niklaas.


In 1895 komt er een scheiding tussen Ernest en José Tinchant. Ernest Tinchant richt dan de vennootschap “Ernest Tinchant, Successeur de Tinchant Frères” op en vestigt zijn kantoren te Antwerpen in de Breydelstraat 11-13. Hij behoudt het merk Melior.

0015324 José Tinchant y Gonzalès & Cie
Bron: RHC eindhoven afbeelding 0015324. Briefhoofd José Tinchant y Gonzalès & Cie

José Tinchant richt dan de vennootschap “José Tinchant y Gonzalès & Cie” op en vestigt zijn kantoren te Antwerpen, Breydelstraat, 15-17. Hij behoudt het merk “Quo Vadis”, en aan het briefhoofd te zien de vestigingen in St. Niklaas en Stratum.

Quo vadis

Afbeelding uit het Steendrukmuseum in Valkenswaard.
Het verblijf van Jose in Mexico bracht de Mexicaanse tabak weer onder de aandacht van de Nederlandse tabakshandelaren.
6-10-1896
"De cultuur van tabak in Mexico is reeds van oude dagteekening; en evenals vele andere Zuidamerikaansche Staten leverde Mexico in vroegere jaren 't grondmateriaal, dat benoodigd was voor de sigaren fabricage. Later, toen de tabaksbouw in NederlandschIndië de bekende reusachtige afmetingen aannam, geraakten de Midden-Amerikaansche soorten met uitzondering van die van Cuba voor een tijd lang geheel op den achtergrond en kwamen zij tot 't gebruik Voor sigaren-dekblad nauwelijks meer in aanmerking. "De Ned.-Indische soorten missen echter, niettegenstaande de talrijke goede eigenschappen welken hen kenmerken - enkele soorten uitgezonderd de zoo hooggeroemde hoedanigheid, welke de Mexicaansche tabak bijna op één lijn doet staan met de Cubaansche. "Geen wonder dus, dat velen bleven zoeken naar zulk product in Mexico, dat geschikt zou bevonden worden, behalve een qualiteitrijk product tevens een goed, uitgewassen blad te kunnen opleveren. Hierin nu is men in de laatste jaren geslaagd; zoodat al spoedig enkele sigarenfabrikanten met name de bekende Antwerpse firma Tinchant bij voorkeur tot de Mexicaansche tabak als dekblad voor hun betere soorten van sigaren hun toevlucht samen.


Afbeelding uit het Steendrukmuseum in Valkenswaard.

8-11-1902

Na het overlijden van Jose wordt de firma overgenomen door de drie zonen, Vincent, geboren in 1864, Jules, geboren in 1870 en Pierre, geboren in 1871.

Veel hadden de zoons van Jose niet op met hun filialen en de bonden, ook later in Stratum sloten ze het filiaal liever dan toe te geven. Een verhoging van de stukslonen per productsoort zat er niet in.


De sigarenfabriek komt van 1884 tot en met 1906 in de staat van fabrieken van Stratum voor en wordt consequent Tinchant Frères genoemd. Er werkten maximaal 150 mensen, die top werkt bereikt in 1896. na 1902 zakte het aantal personeelsleden terug.
Er was een geweldig verloop onder de sigarenmakers zoals op te maken valt uit een krantenartikel van 18-12-1906 naar aanleiding van al weer een loonconflict over een bepaald model sigaar.
"Nader vernemen wij dat het bewuste merk eerst door meisjes werd gefabriceerd, doch de firma langzamerhand mannelijke werklieden er voor in de plaats trachtte te stellen, die telkens de fabriek verlieten om dezelfde reden."

Al de tijd dat Tinchant het merk (no 75) hier fabriceerde zijn wel 200 personen aan wie dit werk is opgedragen, elders werk gaan zoeken.

19-12-1906
Volgens de directeur Wouters kon onmogelijk meer betaald worden het bewuste merk (nr. 75)
"Het is een loonkwestie van vijf cent verschil." We gebruiken dit merk als een reclame voor onze andere sigaren.
Hij bood nog wel een sigaar uit eigen doos aan: Bleef men aan de eisen vasthouden dan zou de fabriek sluiten
Volgens Puijenbroek staat Louis L. Ch. Wouters uit Antwerpen als 'fabrieksbestuurder' vermeld voor de periode 1890-1895.
In de Peel- & Kempenbode van 05/05/1906 is Louis Wouters de nieuwe directeur bij Tinchant.
5-2-1907
Tinchant Frères trok zich in 1906 terug uit Eindhoven
Berichten over sluiting en op beperkte schaal doorgaan wisselden zich af in 1906 en 1907. Uiteindelijk viel het definitieve besluit in februari 1907.
J. Goossens en Jansen & Schenaerts uit Aalst trokken in 1907 in de fabriek.
In de jaren 1907, 1908 en 1909 bleef volgens de gemeentestatistiek het aantal personeelsleden bescheiden.
J. Goossens 17 10 16
Jansen & Schenaerts 5 15 15
Op Zaterdag 27-8-1910 brandde de hele fabriek af om niet meer opgebouwd te worden. Ook de inventarissen van beide fabrieken gingen verloren.
Na 1910 is er van geen van beiden nog iets te vinden.